top of page
Zoeken
  • Foto van schrijverRosan van der Zee

Kintsukuroi - Littekens van goud (dagboek)

Ik voel me op mijn plek. Ik voel me een buitenstaander. Ik voel me sterk. Ik voel me kwetsbaar. Ik voel me geaccepteerd. Ik voel me een last. Ik voel mezelf groeien. Ik voel me onzeker. Ik voel… Ik voel me goed bij het proces dat ik nu al doormaak. Zelfs al voelt het toch zo breekbaar.

Ik maakte een alomvattende dag op school mee waarin ik volledig in tweestrijd werd gebracht. Vanbinnen verscheurde ik mezelf terwijl dit aan mijn uiterlijk nergens te zien was. Ik was vrolijk en blij. Ik deed goed mee met de les en was gemotiveerd. Ik stelde vragen en luisterde aandachtig naar de ander. Soms een grapje dat als een natuurlijke bijkomstigheid uit me glipte. Ik voelde me als een student die werkelijk kon functioneren zoals dat van anderen werd verwacht.

Toch, onder die krachtige uitstraling kabbelt een eeuwige onrust. Mijn bewustzijn kent meerdere lagen en die zijn niet altijd even goed op te merken. Waar ik me zelfverzekerd voel, prangt er tegelijkertijd een gevoel van minderwaardigheid. Twee tegenstrijdigheden die binnenin mij altijd weer samen lijken te komen. Ze kunnen niet met en niet zonder elkaar. Constant ben ik me dan ook bewust van alles wat ik doe of wat ik juist niet doe. Alles moeten worden berekend voordat ik het uitvoer. Niks gaat vanzelf, hoe vanzelfsprekend het ook lijkt te zijn. Elk oogcontact, elk handgebaar, elke gezichtsuitdrukking en elk woord ontstaat vanuit een zekere berekening die zich zoveel mogelijk aan de omgeving probeert aan te passen. Het is iets wat ik al zolang doe, dat het bijna voelt als iets natuurlijks.

Mijn natuurlijke onnatuurlijkheid zorgt alleen niet altijd voor het juiste voorkomen. Soms zorgt het zelfs voor het tegenovergestelde. Nu klinkt het waarschijnlijk alsof ik niet mezelf ben. Als iemand namelijk constant zijn handelen moet berekenen klopt dat niet. Voor mij klopt het alleen wel. Hoe vreemd het ook klinkt: ik ben altijd mezelf. Ik zou niet weten hoe ik niet mezelf moet zijn. Ik ben immers gewoon ‘ik’. Voor mij komt mijn handelen simpelweg niet altijd natuurlijk. Dat is iets waar ik mee heb leren omgaan door het op mijn eigen manier op te lossen. Vroeger was dit een toneelstuk waarmee ik iedereen wilde ‘pleasen’, tegenwoordig is het vooral een manier om mezelf zo goed mogelijk te kunnen uiten zoals ik ben.

‘Jezelf zijn’ is eigenlijk nog lastiger dan het toneelstuk spelen. Met het toneelstuk kan ik me namelijk op ieder willekeurig persoon aanpassen waardoor je er bij bijna iedereen moeiteloos langs glijdt. Nu ik vooral mezelf ben, kom ik verstrekt in een bepaalde frictie. Het kan zijn dat ik in iemands ‘allergie’ terechtkom. Op zich is daar niks mis mee, maar het is een stuk lastiger op te vangen. Zo was dit ook vandaag het geval. Toevallig gebeurde dit tijdens het bespreken van het groepsproces.

Ik deed mijn zegje waarin ik duidelijk probeerde te maken hoe dankbaar ik was voor deze kans en voor de liefdevolle groep waarin ik terecht was gekomen. Dit is namelijk misschien wel de eerste keer dat ik me deel van een groep kan voelen. Terwijl ik dit vertel gieren de zenuwen door mijn lijf, mijn hartslag houdt zijn eigen houseparty en ik heb het gevoel dat ik elk moment van mijn stoel kan stuiteren. Dit alles is niet merkbaar aan de buitenkant. Niet omdat ik het verhul, maar omdat het simpelweg een privéfeestje is waarbij ik de enige uitgenodigde gast ben. Een super leuke party, maar ik ben wel de enige die er de hang-over van ondervindt.

Zoals altijd ben ik er ook tijdens mijn innerlijk feest ervan bewust hoe ik mijn verhaal moet vertellen en zoek ik de woorden die dit zo goed mogelijk overbrengen. Ik doe mijn best om de lading van mijn verhaal over te brengen. Ik wil oprecht dat iedereen weet hoeveel het voor me betekent. Mijn woorden lijken geen eindigheid meer te kennen en elk detail voelt als de kern van mijn verhaal. Voor sommigen wordt mijn verhaal daardoor misschien juist ‘kernloos’. Slechts een waterval aan betekenisloze woorden waar ik hopeloos een gevoel in probeer te stoppen. Terwijl mijn waterval naar buiten stroomt zie ik de gezichten om me heen. Mensen kijken, anderen juist niet. Ik zie een bepaalde verveling en een ergernis. Moet ik mijn mond houden? Een twijfel schiet door mijn lichaam die wordt opgevangen door nog meer woorden. Misschien ben ik nog niet duidelijk genoeg…

Woorden, woorden en nog meer woorden. Ze blijven maar komen en ik weet niet meer wat te doen. Ik lijk te verdrinken in mijn eigen waterval die zich verschuilt onder een poëtische tendens. Met mijn gebaren probeer ik mijn verhaal te ondersteunen, maar ik weet niet meer of het overeenkomt. Mijn gezicht heeft een uitdrukking waarvan ik ook niet meer goed weet wat het is. Mijn houseparty verandert in een heavy Metal feest en ik kan mezelf niet eens meer horen door het luid gebons van mijn hart. Ik moet stoppen nu!

“Dit was mijn presentatie, zijn er nog vragen?” eindig ik mijn verhaal grappend. Een grap waarmee ik mezelf een schop geef want ik heb het vast weer verpest. Mijn onzekerheid wordt bevestigd door een vraag van iemand. De vraag of ik me ervan bewust ben dat ik zo langdradig praat waardoor het voor hem lastig is om te focussen. De alarmbellen gaan af. Binnenin scheurt er iets wat al vele malen eerder is gescheurd. Steeds probeer ik het weer aan elkaar te plakken, maar het blijft nooit echt vastzitten. Wanneer ik het onverhoopt probeer te verklaren, antwoordt hij weer met een vraag: “Dus wat je hiermee wilt zeggen, is dat je dit maar gewoon zo doet en het niet gaat veranderen?”

Ik hoor wat hij zegt. Ik laat het bezinken. Ik voel het landen. Het gewicht van zijn woorden landt bovenop het gescheurde deel binnenin me en maakt het me bijna onmogelijk om het weer netjes terug te plakken. Het heavy Metal feest verandert in een bombardement… Mijn geschiedenis vliegt voorbij. De tijd waarin ik juist belabberd kon praten; de tijd dat ik specifiek woorden moest leren om mijn woordschat op te krikken. Alle keren dat mijn moeder me heeft gezegd dat niemand me begrijpt als ik van die formele woorden gebruik waarna ik steeds meer in verwarring werd gebracht. Het is namelijk niet goed als ik verkeerde of te weinig woorden gebruik en het is niet goed als ik het tegenovergestelde doe. De balans hiertussen is voor mij altijd onvindbaar geweest. Ik sta aan of uit.

Hij wist natuurlijk niet welke achtergrond ik hiermee heb en wat het met me doet. Ik begrijp dat hij het misschien niet begrijpt en dat is oké. Iets in me zegt me dat ik me niet hoef te verantwoorden, maar ik doe het toch. Terwijl ik dit doe, merk ik al dat het geen zin meer heeft. Althans, niet voor mezelf. De schade is al aangericht en zijn woorden bedolven me onder een genadeloos gewicht dat ik niet meer van me af lijk te kunnen gooien.

Als de dag voorbij is en iedereen opgelucht opstaat, zit ik slechts met een hoofd vol verwarring: Ik voel me op mijn plek. Ik voel me een buitenstaander. Ik voel me sterk. Ik voel me kwetsbaar. Ik voel me geaccepteerd. Ik voel me een last. Ik voel mezelf groeien. Ik voel me onzeker. De negatieve gedachtes lijken de overhand te nemen en ik breek. Mijn waterval aan woorden verandert in een waterval aan tranen.

Gelukkig komt mijn coach naar me toe en heb ik een goed gesprek over wat er zojuist gebeurde. Ze geeft aan dat ze zag wat het met me deed en ik voel een opluchting. In elk geval klopte mijn non-verbale communicatie toch een beetje. We hebben het over het belang van dit moment en het leerproces dat daarin voor iedereen rust. Mijn les is bewustwording van wat dit met me doet en hoe hier sterker in te worden. Ze geeft het voorbeeld van een soort kunst uit Japan genaamd ‘Kintsukuroi’, waarin ze voorwerpen van keramiek kapot gooien en het vervolgens met goud lijmen. Hierin is het idee dat tegenslagen met goud omrand kunnen worden, zodat de emotie niet vergeten wordt en er tegelijkertijd een litteken ontstaat waaruit je later weer kracht kunt putten. Misschien is dit dus ook mijn moment om de scheur met goud te lijmen. Dit doe ik niet door het haastig terug te plakken, maar juist door het de tijd te geven. Ik ruim rustig de woorden op waar het onder ligt bedolven. Elk woord neem ik in me op en ik probeer er een les uit te halen. Een les waarin ik begrip vind voor de ander en tegelijkertijd binnen mezelf. Een evenwicht waarin onze beide visies mogen bestaan, maar ik mezelf niet achterstel. De woorden van de ander en mezelf smelten tot een goudkleurig mengsel en sijpelt langs de wanden van mijn innerlijke zijn waardoor ik de scheur weer dicht kan plakken.

Het heeft misschien even tijd nodig om te drogen voor het volledig is geheeld, maar de eerste stap is gezet. De littekens zullen zich tot een prachtig schouwspel vormen dat een licht schijnt op mijn donker verleden. Uiteindelijk weet ik dat ik in alle eerlijkheid tegen mezelf kan zeggen dat ik er mag zijn in al mijn eigenheid; mijn wonderschone imperfecte ik.

177 weergaven0 opmerkingen

Recente blogposts

Alles weergeven
Post: Blog2_Post
bottom of page